50 jaar herinneringen
Ontstaan van GUDRUN
Na de verbouwing van de Gildezaal (of Den Tap) in de jaren 60 kreeg de zaal een nieuwe naam: Gudrun. Er werd eveneens een comité Gudrun gesticht dat de zaal zou uitbaten, na het stopzetten van de plaatselijke toneelgroep Hoger Op en de cabaretgroep Edelweiss. Na enkele toneelvoorstellingen stopte die werking en de zaal raakte in verval.
Op een avond in 1966 was in Torhout op een bestuursvergadering van Houtland Atletiek Club. zoals steeds dronken een pintje na de vergadering. Toen kwam, ik weet niet waarom, de Gudrunzaal ter sprake. Sinds een tijd bleef ze leeg staan, en dat vonden we spijtig.
Bij een volgende vergadering kwam het onderwerp weer ter sprake. En nog eens en nog eens.
Uiteindelijk, het zal eind 1966 geweest zijn, werd het gesprek concreter: Kunnen wij iets organiseren ?
De eerste stappen werden gezet. De bestuursleden van het bestaande Gudruncomitee werden bezocht. Slechts één ervan (Emile Vanhoutte) wilde nog wel meewerken.
Met ons drietal (Raoul Penninck, Ivo Denyft en Marcel Vandamme) zochten we dus maar onmiddellijk uitbreiding. Michel Denduyver en Frans Rossey kwamen ons vervoegen en ook mijn vader kwam erbij om de kaartenverkoop voor zijn rekening te nemen. Er was toch altijd iemand thuis in de winkel.
Even later gaf Emiel Vanhoute ontslag en kwam Aimé Desimpel ons vervoegen als vervanger van zijn vader Maurits die lid was van het vorige comitee
Het nieuwe Gudruncomitee was een feit.
De start
Een eerste bezoek aan de zaal deed ons eerste enthousiasme geen goed. Het plafond diende dringend hersteld. Ook de stoelen en de linolium vloertegels vroegen een beurt. De kleedkamer was een ramp. Samen met onderpastoor Vanholder gingen we in de weekends aan de slag.
Eerste belangrijke vraag op de eerste vergadering : Waarmee starten we ? We zagen het groots.
Er vertrok een brief naar NT Gent, KNS Antwerpen en KVS Brussel met de vraag of ze een productie in Kortemark konden brengen. Er kwam antwoord van Gent en Brussel: we verwachten een afvaardiging om de zaak te bespreken !
We gingen er heen en werden heel goed ontvangen op beide plaatsen. We bezochten de hele KVS van onder tot boven. Onze mond viel open bij het zien van al die technische snufjes, en we zwegen wijselijk over onze zaal.
Enkele weken later kregen we tegenbezoek. Koen De Ruyter van KVS kwam zich vergewissen van de mogelijkheden. Er werd een akkoord bereikt dat “Boeing Boeing” naar Kortemark kon komen. Hoofdacteur was toen Nand Buyl, de Vlaamse succesacteur uit ‘Schipper naast Mathilde. Er werd een datum bepaald: maandag 15 januari 1968.
Bij onze eerste voorstelling “Boeing boeing” namen we een heel groot risico. Daarom stelden we de prijs van een toegangskaart vast op 100 BEF (2,50 €), wat in die tijd behoorlijk veel was. Die prijs was erop berekend dat we met een volle zaal de kosten konden dekken. Met Nand Buyl in de cast voelden we ons veilig. En de zaal zat vol. Gelukt dus, we hadden een overschot van ongeveer 100 BEF.
Een paar dagen na de voorstelling kreeg ik een telefoon van een ‘vriend’. Hij vroeg mij wat we met de winsten van de voorstelling zouden doen. Ik vroeg hem nogal verbaasd welke grote winsten hij bedoelde. “Wel, zei hij, “Met zo’n volle zaal aan 100 fr. zal je toch wel wat over hebben.”
Toen vroeg ik hem wat hij dacht dat de uitkoopsom van zo’n groep (de KVS Brussel) was voor een voorstelling. “Ik weet het niet, maar het zal toch zeker meer dan 50.000 fr. zijn,” was zijn antwoord. “Goed,” zei ik, “maar daar komt nog wat bij.” “Ja natuurlijk, je hebt nog het drukwerk, de huur van de zaal, de affiches, enz.”. “Akkoord. En weet je ook hoeveel plaatsen er in de zaal zijn ?” Daar had hij geen notie van. ” Ik zal het je zeggen, er zijn er 366.”
Zonder nog een woord werd de telefoon langs de andere kant neergelegd.
Tweede toneelvoorstelling op 20april 1968, na een show met Lize Marke werd weer iets bijzonders.
“Het gezin van Pamel” werd in de Gudrunzaal gebracht door een liefhebbersgroep uit Wakken. Het decor was uiterst reëel met de gevel van een oud huis, stro op de binnenkoer. Zij wilden er ook levende kippen op. Wij hadden kippen. Een viertal kippen werden uit het park bij mij thuis opgepakt en even voor het begin op de scene gezet. Gedurende de ganse voorstelling acteerden de kippen uitstekend. Ze liepen rustig rond, scharrelend en pikkend in het stro met af en toe de normale kippengeluiden.
Na de voorstelling gingen de kippen terug de doos in en werden terug gezet in het park. Het enige negatieve element was dat er de eerste weken geen eieren meer te rapen waren.
In de begin jaren wilden we afwisseling. Het kon ook niet anders. Beroepsgezelschappen werden afgewisseld met amateurs. Zelfs shows stonden de eerste jaren op het programma. Jef Burm en The Strangers waren bij ons te gast
NTG
Vanaf het tweede jaar tot het negende kwam NT Gent met prachtige stukken. Ik denk aan “Een dag uit de dood van Piet Snot”, “Driekoningenavond”, “De stad waar de prins een kind is” (over kindermisbruik, en wie durfde daar toen over spreken) en “Kat op een heet zinken dak”.
Tot de cast van dit gezelschap behoorden in die tijd heel gekende acteurs : Chris Boni, Werner Kopers, Jef Demedts, Denise Deweerdt, Jaak Vissenaken, Roger Bolders, Cyriel Van Gent, Jo De Meyere …
Ik heb een bijzonder belevenis uit die tijd met een van de eerste producties van het NTG in de toenmalige Gudrunzaal. Een heel groot decor, zoals toen wel meer voorkwam, vulde een grote vrachtwagen helemaal. Het gudruncomite was met een drietal helpers aanwezig als aanvulling op de drie techniekers van het NTGent. Het lossen en de opbouw verliepen vlot. Een viertal panelen konden niet door de opening naar de scene en moesten door de dubbele deur van de zaal binnengebracht worden. Die kwamen als laatste binnen.
Na de voorstelling rond 23 u. stonden dezelfde mensen in voor het afbreken en terug inladen. De chef techniek van het NTG, een klein manneke, was de chef. Hij bepaalde de volgorde van het inladen. Toen we al even bezig waren, merkte ik de grote panelen op die tegen de muur stonden. Die waren het laatst uit de vrachtwagen gekomen, dus ik dacht: “Die moeten er het eerst weer in!”
Toen ik die bemerking maakte aan de chef-technieker kreeg ik een heel kort antwoord: “Gaat gij het hier regelen! Ik weet best wat ik moet doen.” We laadden dus verder in. Tenslotte bleven alleen de 3 grote panelen over. De chef krabde even in zijn resterende haar: “Ik denk dat er een klein foutje gebeurd is!” Onder zijn commando werd alles weer uitgeladen en op de scene gezet, om vervolgens in de goede volgorde weer ingeladen te worden. Om ongeveer 2 uur ’s nachts was de klus geklaard.
’s Anderendaags kreeg ik al in de voormiddag een heel boze telefoon van de directeur van Gent met de mededeling dat de factuur zou verhoogd worden aangezien
er geen hulp was bij het afbouwen en opladen van het decor. En die overuren van de drie techniekers moesten wij maar betalen. Door mijn uitleg veranderde de toon en de boosheid in excuses. Het vervolg van het verhaal ken ik niet, alleen vermoeden.
Antigone Kortrijk
In 1970 kwam Westvlaams Theater Antigoné Kortrijk voor het eerst naar Kortemark. Het gezelschap met o.a. Arla Theys, Piet Balfoort, Dré Vandaele, Diane de Ghouy, Martine Werbrouck, …
Tot 1992 waren ze elk jaar te gast in Kortemark, tot de toenmalige directeur verklaarde: “Voortaan spelen we niet meer in kleine theatertjes!”.
In totaal bracht Antigone Kortrijk 27 voorstellingen naar Kortemark. Vooral het volkstheater stond op hun programma. Er was een goede band met Hugo Claus. De vader van Hugo Claus woonde er veelal de premieres bij. Meerdere keren was ik met hem in gesprek. Zo brachten ze o.a. “Suiker” en “Thuis”.
Bij elke voorstelling trok Bert De Wildeman, directeur, de scene op om de mensen te verwelkomen en het stuk aan te kondigen. Zelfs al had hij beloofd het niet te doen.
Bij een van hun laatste voorstellingen op 7 november 1992 (“Tussen ons gezegd” van Alan Ayckbourn) bestond het decor uit een auto. De technische fiche gaf ons de beschrijving: mini cooper, lengte 3,06 m – breedte 1,36 m en hoogte 1,30 m; gewicht 300 kg. We hadden vooraf nagemeten dat die niet door de normale toegangspoort kon. Enige mogelijkheid was door de dubbele deur, maar die kwam uit bij de rijen stoelen. De gewichtheffersclub van Kortemark werd gevraagd op te helpen. De auto kwam door de dubbele deur, boven de stoelen doorgegeven tot op de scene.
Na een eerste optreden in 1973 met “Schijfschieten” werd Het Reizend Volkstheater een vaste gast bij Gudrun vanaf 1979 met “De Vrek” met o.a. Luc Philips, Bob Sneyers, Simonne Peeters, Vic De Wachter en Walter van de Velde. Ook Cary Goossens en Dani Heylen behoorden in die tijd tot dit gezelschap. In die periode kregen we ook “De ingebeelde zieke”, “Wat doen we met Bompa”, “Lili en Marleen”. Na een 10 jaar vlotte het niet meer. Tot twee keer toe moesten we een week voor een optreden naar een ander gezelschap zoeken. Nog een paar keer keerden ze terug onder de naam Zuidpool.
MMT
In 1974 maakten we voor het eerst kennis met Het Mechels Miniatuur Theater met “Jan de Lichte”. Vanaf 1984 vormden ze een vaste waarde in de Gudrunzaal. Denk maar aan “Baas Gasendonck”, “Bruid in de Morgen”, “Vrouwenharten en Mannendromen”, “Clémentine”, “Knecht van 2 meesters”, …
Zij werkten vooral met een vaste cast met René en Manu Verreth, Jos Geens, Tuur Deweert, Hilde Van Haesendonck, Jaak Van Assche, Jenny Tanghe, …
De groep was heel geliefd in Kortemark met de acteurs die vooral bekend werden door “De collega’s” en andere reeksen op TV. Ze brachten ook volkse producties zoals “Bruid in de morgen”, “Clementine”, “Wortels”, “Knecht van twee meesters”.
Toen kwam de naamsverandering naar ’t Arsenaal, en ook een directeurswissel. De vaste acteurs werden bijna allen aan de deur gezet en de aard van de voorstellingen veranderde helemaal. Pas een zestal jaren later stond er weer af en toe een productie op het programma dat geschikt was voor Kortemark. In 2013 nog mochten we genieten van “Achter de wolken”
Een merkwaardig voorval met het MMT deed zich voor bij de verbouwing van de zaal in 1998. De eerste drie producties gingen door in het Ontmoetingscentrum. We zorgden ervoor dat het heel kleine voorstellingen waren, weinig decor en weinig acteurs. René Vereth bracht er o.a. “Adriaen Brouwer”, het laatste dat hij voor het MMT speelde. Voor die voorstellingen waren tribunes gehuurd en door ons geplaatst.
In januari zou de zaal gereed zijn, maar dat viel tegen. De geplande voorstelling “School voor vrouwen” was veel te groot om in het OC door te gaan. We hadden geluk dat Mechelen geen thuisvoorstelling had. We huurden bussen en voerden ons publiek naar Mechelen. Sommigen hadden de zaal al bezocht bij een eerdere reisvoorstelling naar “Waar de Sterre bleef stille staan”.
wordt vervolgd
Huidig bestuur :
Walter en Linda Denyft – Volcke
Eric en Monique Kellens – Vandenberghe
Marcel en Cecile Vandamme – Bouteligier
Myriam Bostoen